Waar zijn afwijkingen het grootst / kleinst?
- Afzet: Periode 1 hadden we een afzet van 47.350 stuks en nu hadden we een afzet 42.750. We hebben in beide periodes het maximale geproduceerd, alleen hadden we de vorige keer nog een voorraad.
- Omzet: in periode 2 hebben we een hogere omzet, omdat we de prijs hebben verhoogd.
- Marktaandeel: in periode 1 hadden we een marktaandeel van 22,3% en nu hebben we een marktaandeel van 20,4%. Waarschijnlijk komt dit door de verhoging van de prijs.
- Bezettingsgraad personeel: De bezettingsgraad is nu 0,1% meer dan de vorige keer, dat hebben we dus weer goed berekend.
- Winst: De winst is sterk omhoog gegaan, doordat we deze keer geen vreemd vermogen hadden aangetrokken en doordat de prijs flink gestegen is.
- Belasting: We hebben meer belasting moeten betalen. In periode 1 was dit 0 euro en in periode 2 was dit 11,1 miljoen euro. Dit komt doordat we nu een groter bedrijfsresultaat hebben.
Welke beslissingen zou je nemen om mogelijke afwijkingen in negatieve zin te voorkomen?
We hebben weinig negatieve punten, hetgeen wat we zullen moeten veranderen is het verkopen van ‘Nee’. Dit hadden we in periode 1 namelijk ook al gedaan. De oplossing hiervoor is het aanschaffen van een nieuwe productielijn of de prijs flink verhogen, minder reclame maken en minder accountmanagers hebben.
Wat zijn je conclusies voor periode drie?
Zoals bij de vorige vraag gezegd zijn er een aantal opties: een nieuwe productielijn aanschaffen of de prijs verhogen. We kiezen voor de laatste optie. Een nieuwe productielijn aanschaffen is op het moment wel goedkoper (16 miljoen i.p.v. 21,5), maar toch willen we ons geld daar niet aan uitgeven. We blijven 42750 stuks produceren en afzetten, maar nu voor een prijs van €3500,- i.p.v. €3400,-.
Daarnaast verlagen we de reclamekosten met 0,5 miljoen.
In hoeverre heb ik mijn doelstelling en de mijlpalen gerealiseerd?
Ons doel was een hogere winst bereiken d.m.v. van een hogere prijs en een lagere afzet. Onze afzet was nog steeds maximaal, wat op zich niet negatief is. Het is wel vervelend dat we ‘Nee’ hebben verkocht. Onze afzet zal dus nog enigszins omlaag moeten of we moeten meer gaan produceren.
Wordt de discrepantie tussen werkelijke en gewenste situatie veroorzaakt door slechte besluitvorming, besluiten of gevoerde strategie?
Er is heel weinig discrepantie tussen de gewenste en de werkelijke situatie. Het enige wat wij verwacht hadden, was dat de afzet iets lager zou zijn. Dit is alleen niet echt negatief, dus het komt niet door een slecht besluit of iets dergelijks.
In hoeverre moet de besluitvorming, besluiten of gevoerde strategie gewijzigd worden?
Alleen het ‘nee-verkopen’ moet veranderen. We willen in principe 42749 van onze 42750 geproduceerde producten afzetten. Om dit te realiseren verhogen we de prijs met €100,-. De vraag zal daardoor waarschijnlijk lager zijn, en we zullen dus geen ‘nee’ verkopen.
Komt de planning volgens het Management Informatie Systeem overeen met de werkelijkheid?
Vrijwel helemaal, alleen hadden wij iets te weinig gerekend voor het personeel en we wisten niet precies hoeveel de vaste productiekosten waren. Deze hadden wij dus ook niet ingevuld. Door deze twee punten kwam de verwachte winst ongeveer 3 miljoen hoger uit dan dat het in werkelijkheid was.
In hoeverre heeft dit systeem bijgedragen aan een betere besluitvorming?
Vaak waren we veel kosten vergeten, wat nu d.m.v. het systeem niet zo was. We konden door het systeem alles meer exact uitrekenen. Het systeem heeft ons dus enorm geholpen bij een betere besluitvorming.
Waar moet het systeem nog nader verfijnd te worden?
De personeelskosten weten we nu exact, dus die kunnen nu verwerkt worden. Daarnaast kunnen we de vaste productiekosten invoeren.
Welke onderdelen van het Informatiesysteem werken niet?
Alles werkt.
vrijdag 5 maart 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)